3/31 maart 2023
officiële release 125
3cd
disc 1
1. Mudd Club Show Start
2. Chunga’s Revenge
3. Keep It Greasy
4. Outside Now
5. City Of Tiny Lites
6. Pound For A Brown
7. You Are What You Is
8. You Didn't Try To Call Me
9. I Ain't Got No Heart
10. Love Of My Life
11. Easy Meat
12. Mudd Club
13. The Meek Shall Inherit Nothing
14. Joe's Garage
15. Why Does It Hurt When I Pee?
disc 2
1. Munich ’80 Show Start
2. Chunga’s Revenge
3. Keep It Greasy
4. Pick Me, I’m Clean
5. City Of Tiny Lites
6. Pound For A Brown
7. Cosmik Debris
8. You Didn’t Try To Call Me
9. I Ain’t Got No Heart
10. Love Of My Life
11. You Are What You Is
disc 3
1. Easy Meat
2. Mudd Club
3. The Meek Shall Inherit Nothing
4. Joe’s Garage
5. Why Does It Hurt When I Pee?
6. Dancin’ Fool
7. Bobby Brown Goes Down
8. Ms. Pinky
9. Stick It Out
10. Nite Owl
11. The Illinois Enema Bandit
Frank
Zappa: lead guitar, percussion, vocals
Ray White: guitar, vocals
Ike Willis: guitar, vocals
Tommy Mars: keyboards
Arthur Barrow: bass
David Logeman: drums
|
Om maar meteen met mudd te gooien: wtf maakt
het dat deze set 28 dagen (!) na de officiële release pas in
Nederland te koop is? Merkwaardig, om niet te zeggen hoogst
merkwaardig. Op 3 maart kreeg ik de mail van zappa.com dat
het album nu beschikbaar was. Nou, mooi niet. Overal om ons
heen sprongen de reviews als paddo’s op in het vertakte
wereldwijde dradenweb en wij hier maar Calvijns kniezen
achter de dijken. Natuurlijk stond het album meteen op
YouTube, maar het is leuker om iets te beschrijven met iets
tastbaars in de hand, tenminste, zo ben ik opgevoed.
Gelukkig werden we tijdens dezelfde opvoeding overspoeld met
spreekwoorden en gezegden en leerden we tevens dat iets
beter laat kan komen dan nooit, maar wat Universal bezield
om bijna aan maand lang iets niet te doen? G. (*
tegenwoordig moet je voorzichtig zijn met namen noemen) mag
het weten… Nu zat ik niet heel erg op deze release te
wachten, maar het kriebelde ergens ook wel weer, want zonder
sta je mooi voor schut met een Zappa-site. Dus nu 'modern'
gedaan, alles online beluisterd en Wolf’s Kompaktkiste
bezocht voor zijn scans van de visuals.
Jammer dat Zappa weer voorop moet, maar voor de rest ziet
het boekje er prima uit. Voldoende relevante foto’s en
leesbare teksten van respectievelijk Joe Travers
(keldergeest), George Alper (prullariaverkoper), Steve Vai
(puber) en Arthur Barrow (kloonmeester). Barrow verklaart de
liedjes, Vai zijn fandom en lidmaatschap, Alper hoe hij
verslingerd raakte en goed van Santana afkwam en Travers
waarom hij dit product maakte. Dit keer geen schrijven van
Ahmet.
Nog voor één noot gehoord te hebben lezen we dat er ook
filmbeelden zijn, het was fijn, leuk, aardig, mooi, maar
vooral historisch belangrijk geweest om die bijgeleverd te
krijgen, plaats genoeg op zo’n schijfje tenslotte. Maar,
helaas, we moeten het doen met stills (de foto’s in het
boekje). Dat Mudd Club optreden had ik best willen zien,
jullie ook toch?
We lezen dat Mud Club dé plaats te zijn is voor mensen die
anders zijn, bijvoorbeeld blauw haar hebben, afwijkende
kledij en beslist ook dito meningen. Zappa voelde zich er
niet heel verwonderlijk verwant mee en trad er graag op,
sterker nog, hij schreef er een liedje over. In de kleine
club, capaciteit zo’n 500 mensen, gutste het zweet van de
diverse lijven, zowel in de ruimte als op het krappe podium.
Het concert werd opgenomen met een kleine Nagra tape
recorder die op de bar naast de kassa geparkeerd was. Het
contrast met de Olympiahalle kon niet groter zijn, duizenden
bezoekers én Zappa eerste compleet digitale opname. De
liedjes overlappen, al is de volgorde niet helemaal
hetzelfde.
Op beide podia staat dezelfde, kleine band: Zappa, Ike
Willis, Ray White, Tommy Mars, Arthur Barrow (bas én
keyboards) en invaldrummer David Logeman. Kort voor de
tournee was meesterdrummer Colaiuta opgestapt om in zijn
thuisplaats dik verdiend sessiewerk te gaan doen. Wie wil
dat nu niet? Er moest dus raps een nieuwe drummer gevonden
worden. Logeman, van huis uit een jazzdrummer, kweet zich
met verve van zijn taak en wordt alom geroemd door de
medebendeleden. Logeman speelt ook nog even mee op ‘You Are
What You Is’, maar toen keerde Zappa’s favoriete drummer
terug in de moederschoot en was het “Daaaag Logeman”.
Overigens, de foto in het boekje met de namen van de
bandleden spreekt boekdelen, want zo herinner ik mij het
concert van deze band in Ahoy. Op het podium stond een kruk
en daarop troffen we heer Z, veelvuldig aan, iets te
veelvuldig naar mijn zin. Hij kwam er nauwelijks af, alleen
om soms een gitaarsolo te geven of soms wat te zingen. Het
kwam ongeïnspireerd en mat over en ik ging indertijd naar
huis met het idee dat dit nu niet een van ’s mans beste
concerten was geweest. Jammer, maar dat bijsmaakje blijft
rondom deze band hangen. Natuurlijk speelt het Rockin’ Teen
Combo goed, uitstekend zelfs. Heer Z. had wellicht het plan
met deze opnames ook wat te doen en had een soort van
selectie gemaakt. Maar, wij kennen heer Z. Veel van die
plannen gingen in de fridge en kwamen er nooit meer uit. Hij
koos ooit wel twee liedjes voor een andere selectie:
YCDTOSA. ‘You Didn’t Try to Call Me’ uit Munich staat op
Vol. 1 en ‘Love of My Life’ op Vol. 4. Die twee hebben we
met dit trio dubbel. Iemand ruilen?
In de buurt van de concerten had Zappa net ‘Joe’s Garage’
uitgebracht en niet lang daarvoor ‘Sheik Yerbouti’. In de
slipstream van deze concertreeks volgde ‘You Are What You
Is’. Samen
met enkele oude hits als ‘Love of My Life’, ‘I Ain’t Got
No Heart’, ‘You Didn’t Try to Call Me’ en ‘Pound for a
Brown’ bepaalde dat het menu van de twee avonden.
Na stemmen en geroep uit het publiek dat hun Zappa
blijkt te kennen volgt onder luid gejuich de opening met
‘Chunga’s Revenge’. Altijd goed voor sfeer én, zo lezen we,
om het geluid goed af te stellen. Zappa’s gitaar komt luid
en duidelijk over, de rest is wat dof en dat blijft zo. Door
de wat primitieve setting is het geluid beperkt, maar, het
moet gezegd, in dat licht bezien is het helemaal nog niet zo
slecht. Iets met verwende oren. In ‘Outside Now’ haalt Zappa
even flink uit met zijn Gibson. De liedjes zijn na 43 jaar
iets bekender dan in 1980, daarom weinig nieuws hier. Je
moet het vooral hebben van de gitaarsolo’s, want, nogmaals,
de band is zonder meer uitstekend en goed gedrild. Het
publiek is tevreden, maar een toegift zit er om een of
andere reden niet in.
Eenmaal in München geland krijgen we hetzelfde menu +
sidedish en toetjes. Het geluid is helderder, transparanter
en de gitaar knalt minder uit de speakers. Wat opgaat voor
de Mudd Club gaat ook op voor de Duitse vlieger: we horen
veel anno nu bekend werk, goed uitgevoerd en voorzien van
enkele prachtige gitaarsolo’s. Die laatste vormen zo’n
beetje de reden van deze release. Maar ook: een soort
verslag met dit werk hadden we eigenlijk al op ‘Tinsel Town
Rebellion’.
Aardig, maar niet fantastisch is ‘Nite Owl’. Het origineel
is prachtig, maar Zappa’s reggae-versie doet het nummer te
weinig eer aan. Misschien wel zo vriendelijk om Logeman nog
even te complimenteren, want David leerde in heel korte tijd
zijn partijen en slaat zich er goed doorheen. Logeman is
geen Colaiuta of wie dan ook, maar hij staat zonder meer
zijn drummannetje. Dank David dus.
Drie cd’s verder volgt de uitslag van jury: een aardige set,
goed gespeeld en behalve Zappa’s gitaarsolo’s weinig nieuws.
Fijn om eens te draaien en te horen, maar zeker geen topper
in het almaar uitdijende œvre. |