Muziek Verhaal Zappa.com LemonTree Contact




Zappa 75: Zagreb/Ljubljana
14 oktober  2022
officiële release 123


2cd:

disc 1:
  1. “Managua” (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  2. Stink-Foot (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  3. The Poodle Lecture (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  4. Dirty Love (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  5. How Could I Be Such A Fool (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
  6. I Ain’t Got No Heart (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
  7. I’m Not Satisfied (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
  8. Black Napkins (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  9. Advance Romance (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
10. Honey, Don’t You Want A Man Like Me? (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
11. The Illinois Enema Bandit (Live in Zagreb, November 21, 1975)
12. Carolina Hard-Core Ecstasy (Live in Zagreb, November 21, 1975)
13. Lonely Little Girl (Live in Zagreb, November 21, 1975)
14. Take Your Clothes Off When You Dance (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
15. What’s The Ugliest Part Of Your Body? (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
16. Chunga’s Revenge (Part I) (Live in Zagreb, November 21, 1975)

disc 2:
  1. Chunga’s Revenge (Part II) (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  2. Terry’s Zagreb Solo (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  3. Zoot Allures (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  4. Filthy Habits (Prototype) (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  5. Camarillo Brillo (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  6. Muffin Man (Live in Zagreb, November 21, 1975)
  7. I’m The Slime (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
  8. San Ber’dino (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
Bonus Tracks
  9. Wind Up Workin’ In A Gas Station (Prototype) (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
10. Terry’s Ljubljana Solo (Live in Ljubljana, November 22, 1975)
11. Zoot Allures (Live in Ljubljana, November 22, 1975) 

------------------------------------------------------------
Frank Zappa: guitar, vocals
Norma Bell: alto sax, vocals
Napoleon Murphy Brock: tenor sax, lead vocals
Andre Lewis: keyboards
Roy Estrada: bass
Terry Bozzio: drums, vocals
In het midden van een Amerikaanse tournee vloog een miniband naar Joegoslavië. Het is een historische gebeurtenis, het land bestaat niet meer, de band bestaat niet meer en Zappa zelf is er ook al niet meer. In modern jargon was de band uit 1975 een van de transitiebands. De voormalige groep met de broertjes Fowler, George Duke en tijdelijk Captain Beefheart was overgegaan in een groep met Terry Bozzio, Napoleon Murphy Brock, Roy Estrada, Danny Walley, Robert Camarena en Novi Novog. Zie en luister ‘Joe’s Camouflage’. Maar deze combinatie was het niet echt of echt niet. In de line-up (& down) daarna blijven Brock, Bozzio en Estrada, maar voegt Zappa Andre Lewis (advies van George Duke) en Norma Jean Bell toe. Die groep is te horen op ‘Joe’s Menage’ met een concert, opgenomen op 1 november, 1975. Op 21 en 22 november treffen we dezelfde band aan in Zagreb en Ljubljana. Bell was daarna alweer snel weg. Zonder haar is de kleine band vervolgens in januari 1976 te vinden in Sydney (’FZ:OZ’). Daarna vertrekken Lewis, Brock en Estrada om plaats te maken voor Ray White, Eddy Jobson, Patrick O’Hearn én Bianca Odin (‘Philly ’76’). Ik bedoel maar te zeggen dat onze held nogal een hectische periode doormaakte en blijkbaar zoekende was naar nieuwe wegen, een andere manier van gitaarspelen wellicht, andere musici die zijn werk konden uitvoeren en wat al niet meer. Dat weten wij nu allemaal, omdat we de plaatjes hebben. Vroeger, toen we nog jong waren, moesten we het doen met ‘Bongo Fury’, ‘Zoot Allures’ en ‘Zappa in New York’ en moesten we het hele verhaal naar eigen inzicht binnen de gedoceerde lijntjes inkleuren. De fantasie sloeg nog wel eens op hol daardoor.
Anno 2022 dus op naar Joegoslavië, het land dat de bandleden in vertwijfeling bekeken, men ging zo ongeveer terug naar de middeleeuwen. Bozzio’s tekening spreekt boekdelen, maar Zappa heeft het er in een interview ook over. Van de stad naar niets… Een shock voor de verwende Amerikanen. Ondanks de cultuurshock van de groep is het publiek laaiend enthousiast. Ze schreeuwen en joelen net als echte Amerikanen. Zappa was vroeger populair in Oost Europa, al dan niet achter het IJzeren Gordijn. Zijn vrijheid van meningsuiting werd daar hooglijk geapprecieerd. Aan de andere kant, is Zappa’s band de derde (!) Westerse band die het land mag bezoeken. Santana en Earth, Wind & Fire gingen hem voor. Zelfs als ik geen Zappanaat geweest was en ik daar gewoond had, had ik mee staan schreeuwen, want voor iedereen in het land waren die concerten heuse evenementen.

Het dubbelloops verslag is samengesteld door onze trouwe vazal, Mr. Travers. Geheel naar de leer van de meester zelf neemt Travers een selectie van beide concerten om er voor onze kritische oren een mix te maken met het idee één geheel concert te bouwen. Dat lukt aardig, al zijn sommige overgangen, zelfs naar Zappa-maatstaven, nogal abrupt. Soms is het geluid niet top-notch en zijn individuele bendeleden niet of nauwelijks te horen. Lewis valt wel eens weg, net als de altsax van Bell. Het duidelijkst in het gehoor zijn Bozzio, de enige constante in de hele reeks bandwisselingen, Brock en Zappa. Als bonus mag die laatste in de echoput optreden, maar dat zij hem vergeven, want de solo die volgt is prachtig.
Kijk eens naar de playlist. Valt jullie iets op? Pak ‘Joe’s Menage’ er eens bij. Liedje 10 t/m 15 van de Joegaslavië-cd1 zijn in exact (!) dezelfde volgorde als liedje 1 t/m 8 (dat zijn ze ook allemaal) op ‘Joe’s Menage’. Dat is absoluut geen toeval. Eerder schreef ik al dat de zogenaamde vrijheid van keuze op het concertmenu ondanks hele interviews daarover soms vies tegenviel en er alsnog vaak hetzelfde spoor uitgezet werd. Travers kiest hier dan ook voor een veilige modus. Had heer Z. dat ook zo gedaan? Ik denk het niet.
Andre Lewis blijft in beide boekjes wat op de achtergrond, maar wat hij op ‘Zappa ‘75’ laat horen is omverwerpend. Zo hadden we hem nog niet gehoord. Hij tovert verrassende solo’s uit zijn synthesizers en laat horen zijn King Kong te kennen. Vaker speelt hij alleen begeleidend orgel en zit er soms naast, maar, zoals een oud Amerikaanse gezegde luidt: “what the hey! Bell blaast een uitstekende partij mee, al dan niet samen met Nappie. Ze laat fraaie tonen uit haar altsax stromen. De dame had echt wat in haar mars, tegenwoordig: rugzak. Good old “guacamole” Estrada valt soms ook wat weg, maar als hij er is staat de muziek als een fundament. Het was geschiedkundig beter geweest als hij zich inderdaad tot de guacamole beperkt had, nu hebben we een beetje zware afdronk bij zijn verschijnen. Nappie doet wat hij altijd doet, al is het heilig vuur wat op een lager pitje beland. Hij ging hier echter ook al ruim twee jaar mee in ook weer verschillende bands. Hou dat maar eens vol. Komen we uit bij de twee helden van de twee dagen: Bozzio en Zappa. De eerste drumt weergaloos op elk werk en laat zelfs best interessante drumsolo’s horen. Het is daarbij net of er twee drummers aan het werk zijn. Complimenten aan Bozzio dus.
Zappa soleert hier veel en soleert dat het een lieve lust is. Hij trekt alle registers open om de meest bijzondere geluiden uit zijn gitaar te halen. Extra speciaal is zijn bijdrage op ritmegitaar. Hij hield er niet zo van en besteedde die partijen later zelfs helemaal uit, maar wat hij hier laat horen is ronduit prachtig. Als ik naar zijn gitaarpartijen hier luister, zowel solo als ritme, doet het mij denken aan de goeie, ouwe Mothers of Invention. De gitaristische zoektocht die hij daar maakte hoor ik hier terug en dat verwarmt mijn hart. Dat is precies wat dit album interessanter maakt dan enkele andere recente releases. Niet voor niets stond een van de mooiere solo’s ook al op het memorial-album ‘Frank Zappa Plays The Music Of Frank Zappa: A Memorial Tribute’ (1996). In een van zijn luchtsculpturen komen we ook nog andere, later, bekend werk tegen: Five, Five, Five (Shut Up And Play Yer Guitar’, 1981). En dan hebben we het nog niet gehad over het prototypes van Wind Up Working in a Gas Station en Filthy Habits. Die zouden we auditief pas in respectievelijk 1976 en 1979 gaan horen. Het waren verwarrende tijden.
Had je ook al gehoord dat ‘Camarillo Brillo’ gewoon op de muziek van Muffin Man gezongen wordt? Ook een aardige continuïteit toch? En over horen gesproken, Zappa weet hoe je een goed concert opzet en het publiek ophitst. San Ber’dino gaat hier aardig richting Status Quo. Tsjakka, tsjakka en door! Geen wonder dat iedereen zo tekeer gaat. De meeste liedjes kunnen wij ook thuis luidkeels meezingen, want nieuwe songs komen we hier niet tegen. En dan is het natuurlijk smakelijk lachen om het feit dat Zappa probeert uit te leggen aan een niet-Amerikaans publiek wat een poedel is. Hij wist zeker niet dat het ras uit Europa komt en (veel) later is geïmporteerd in zijn thuisland. Het is een van de mooie botsingen van twee culturen. Denk daarbij ook eens aan hoe het anno 1975 in Joegoslavië was en met welke teksten Zappa aan komt zetten. Het lijken wel twee parallelle werelden.
47 Jaar later is ‘Zappa ’75, Zagreb/Ljubljana’ een onverwacht aardig album, waarbij vooral Zappa’s gitaarwerk de hoogste eer mag ontvangen. Hierbij dus. Dank, Frank!
    dutch text 2022 Paul Lemmens © pics etc. ZFT/UMe