10 september
1974
officiële release - 19
1974 lp-versie
A1. Preamble
A2. Penguin In Bondage
A3. Pygmy Twylyte
A4. Dummy Up
B1. Preamble
B2. Village Of The Sun
B3. Echidna's Arf (Of You)
B4. Don't You Ever Wash That Thing?
C1. Preamble
C2. Cheepnis
C3. Son Of Orange County
C4. More Trouble Every Day
D1. Preamble
D2. Be-Bop Tango (Of The Old Jazzmen's Church)
2012 cd-versie
1. Penguin In Bondage
2. Pygmy Twylyte
3. Dummy Up
4. Village Of The Sun
5. Echidna's Arf (Of You)
6. Don't You Ever Wash That Thing?
7. Cheepnis
8. Son Of Orange County
9. More Trouble Every Day
10. Be-Bop Tango (Of The Old Jazzmen's Church)
------------------------------------------------------------
Frank Zappa: guitar, vocals
Napoleon Murphy Brock: tenor sax, flute, vocals
George Duke: keyboards, vocals
Bruce Fowler: trombone, "dancing!"
Tom Fowler: bass
Ralph Humphrey: drums
Chester Thompson: drums
Ruth Underwood: percussion
alleen op de try-out avond van de Roxy shows:
Jeff Simmons: rhythm guitar, vocals
------------------------------------------------------------
The Elsewhere Band:
Frank Zappa: guitar, vocals
Napoleon Murphy Brock: tenor sax, flute, vocals
George Duke: keyboards, synthesizer, vocals
Bruce Fowler: trombone
Tom Fowler: bass
Walt Fowler: trumpet
Don Preston: synthesizer
Jeff Simmons: rhythm guitar, vocals
Ralph Humphrey: drums
Chester Thompson: drums
------------------------------------------------------------
in de studio (Bolic) toegevoegde achtergrondzang door:
Debby Wilson, Lynn Sims, Ruben Ladron de Guevara en Robert 'Frog'
Camarena
------------------------------------------------------------
Roxy tracks: Recorded at The Roxy, Hollywood, 8-9-10 december 1973
Elsewhere tracks: Son of Orange County (deel) en More Trouble Every
Day (helemaal): Recorded at the Edinboro State College,
Pennsylvania, 8 mei 1974
also:
delen van Penguin in Bondage en Son of Orange County (helemaal)
recorded at the Auditorium Theatre, Chicago, Illinois, 11 mei 1974
------------------------------------------------------------
Cheepnis kreeg voor de 1995-cd versie een 'speciale remix' mee. Ik
vond het iets teveel effectbejag en jammer van het nummer. Door het
'spelen' met de geluiden paste het niet meer in het geluidsspectrum
van de hele cd. Op de 2012 cd-versie is de authentieke versie te
horen.
------------------------------------------------------------
extra info: op You Can´t Do That On Stage Vol. 1 staat het nummer
Big Swifty, ook afkomstig van deze show. Op vol. 3 in die serie vind
je nog Dickie´s Such An Asshole.
|
De dubbel-elpee, nu enkele cd, Roxy &
Elsewhere was bijna meteen bij iedereen geliefd. De stemmige hoes
met veel foto’s, de uitstekend klinkende live-opnames, zelfs de
teksten zaten erbij. Roxy gaf eigenlijk alles wat een Zappafan anno
1974 te wensen had. De warm klinkende muziek was meer dan
voortreffelijk, er was voldoende humor in de teksten en de gastheer
leek het erg naar zijn zin te hebben.
Zappa betrekt het publiek behoorlijk bij de show in de Roxy. De
Roxy, even tussendoor, was eigenlijk een soort striptent. Alles was
er zwart. De bezoekers moesten gaan zitten en serveersters brachten
de drankjes bij de tafeltjes. En dan komt Zapap met zijn moeders
daar spelen…
Elk nummer krijgt een uitgebreide inleiding. Op de lp’s worden ze
apart genoemd, de preamble’s. Dat zou je kunnen vertalen als
preambule. Maar eigenlijk hoeft dat niet, want in het cd-tijdperk
zijn ze ‘gewoon’ weggehaald in bij de tracks gevoegd. Zappa maakt
grappen, verhaalt, haalt op en herinnert. Het publiek reageert
enthousiast. Toentertijd kende ik al die preambles uit mijn hoofd;
ik vond ze geweldig leuk. Vooral de aankondiging van Cheepnis is er
een voor het nageslacht. Zappa hield in zijn carrière vaak lange
inleidingen, die kwamen echter zelden op zijn platen terecht.
Jammer, want ze waren vaak erg amusant, gevat en gaven vaak meer
inzicht in de man zelf.
De band klinkt alsof ze nooit iets anders gedaan hebben, maar in
feite was deze groep niet eens heel lang bij elkaar. Bij de
Roxy-concerten heeft Zappa, net als eerder bij The Mothers, twee
drummers. Een beproefd stramien, een voor het kloppend hart, de
ander voor de deviaties. Uitstekende drummers, goed te horen in de
soli op Echidna’s Arf en Don't You Ever Wash That Thing. Maar de
echte ster uit de percussiesectie is natuurlijk Ruth Underwood – dit
keer zonder man op pad. Ze hamert haar partij er duchtig op los en
geniet met volle teugen. Op de plaat kun je dat niet zien, later op
de filmbeelden wel. De complexe muziek lijkt door deze band bijna
eenvoudig makkelijk gespeeld. Wat een Mothers!
Tekstueel is er genoeg te genieten en/of je fantasie op los te
laten. Snappen doen we het toch nooit, dat zegt de man zelf altijd,
dus moeten we het doen met onze eigen fantasietjes. Wat te denken
bijvoorbeeld van een pinguïn in de touwen? Dummy Up is Zappa’s
regelmatig terugkerende verhaal over de frustraties die hij opliep
tijdens zijn schoolcarrière. Een highschool – te vergelijken met
onze middelbare school – geeft je een diploma op het eind, maar
volgens Zappa zit er helemaal niets in en kun je er beter een
dampende sok van je broer instoppen en het geheel oproken om iets te
bereiken. Misschien komt je inderdaad tot een hoger bewustzijn of je
gaat gewoon plat.
Nog wat jeugdsentiment zit in Village of the Sun en ook daarin komt
de school weer terug. En de zon. Net als ‘vroeger’ vind ik Cheepnis
een van de, zo niet hét, hoogtepunt(en). Het schitterende verhaal
van de goedkope monsterfilms, de B-films, uit de jaren vijftig.
Grandioos vertelt én gespeeld. In een vroege cd-release werd dit
nummer geremixt en zodoende tot grove effectendrang gereduceerd.
Daarmee maakte Zappa het tot zijn eigen B-nummer. Gelukkig is dat
later hersteld, want de track paste niet meer bij de rest.
Mooi gitaarspel in Son of Orange County en More Trouble Every Day.
Tijd voor kant vier, wat vliegt de tijd als je het leuk hebt. Dat is
nog steeds het voordeel van de cd, die hoef je niet steeds om te
draaien en uit je ‘vibe’te komen. De Be-Bop Tango met uitvoerige
inleiding is een ander hoogtepunt. Het publiek mag zich uitleven,
maar blijkt te gereserveerd. Dan draven allerlei wat vrijere geesten
het podium op om meer dan los te gaan. Ondertussen spreekt Zappa de
onsterfelijke woorden: Jazz is Not Dead It Just Smells Funny! En dan
wel stukken Mingus en Monk verwerken! Met het eind in zicht en
iedereen lekker aan de gang volgt de onverwachte uitsmijter: de
blues. Gekte volop daar in de Roxy. Ik had er graag bij willen zijn.
Dat ik niet alleen enthousiast was over Roxy blijkt uit de vele
releases rondom deze concertserie: Roxy by Proxy, Roxy the Movie en
in 2018 de hele zwik: Roxy the Performances, de box. Wat ik in 1974
al dacht denk ik nu nog steeds, wat kan een fan nog meer te wensen
hebben?
|