29
februari 1970
officiële release - 9
1970 lp-versie
A1. WPLJ
A2. Igor's Boogie, phase one
A3. Overture to a Holiday in Berlin
A4. Theme from Burnt Weenie Sandwich
A5. Igor's Boogie, phase two
A6. Holiday in Berlin, Full-Blown
A7. Aybe Sea
B1. The Little House I Used to Live In
B 2. Valarie
2012 cd-versie
1. WPLJ
2. Igor's Boogie, phase one
3. Overture to a Holiday in Berlin
4. Theme from Burnt Weenie Sandwich
5. Igor's Boogie, phase two
6. Holiday in Berlin, Full-Blown
7. Aybe Sea
8. The Little House I Used to Live In
9. Valarie
------------------------------------------------------------
Frank Zappa: guitars, vocals
Roy Estrada: bass, vocals
Lowell George: guitar, vocals
Ray Collins: vocals
Don Harris: violin
Bunk Gardner: woodwinds
Buzz Gardner: trumpet
Jim Sherwood: baritone sax
Ian Underwood: woodwinds, keyboards
Don Preston: keyboards
Billy Mundi: drums
Jim Black: drums
Art Tripp: drums, percussion
Ruth Komanoff: percussion
Janet Ferguson: vocals (WPLJ)
op de cd's voor 2012 speelt John Balkin bas. Dat is een 'reparatie'
van Zappa.
------------------------------------------------------------
God this is a tasty little sucker! |
Burnt Weeny Sandwich zou je kunnen zien als
het product van de kruising tussen Cruisin’ with Ruben & the Jets en
Uncle Meat. Het is tevens de yin van het duo gevormd met Weasels
Ripped my Flesh. Die laatste is natuurlijk de yang. Weasels is
duidelijk de hardere, moeilijkere plaat. De sandwich daarentegen is
iets makkelijker te verteren.
Beide platen zijn verschenen na het uiteenvallen/opheffen van The
Mothers. Zappa zag het financieel even niet meer zitten en had op
dat moment genoeg van zijn publiek dat hem niet begreep. Er waren
anno toen geruchten over 10lp-sets en variaties op dat thema met
werk van The Mothers. In ieder geval zijn er uit die tien twee zeker
verschenen: Burnt Weeny Sandwich en Weasels Ripped my Flesh.
Een ‘Burnt Weeny Sandwich’ is een hotdog die in de oven geroosterd
wordt. Onze sandwich is een smakelijke. Geklemd tussen twee doowop
tracks mogen we genieten van opnieuw een scala aan muziekstijlen,
waarbij de modern klassieke invloed een duidelijke rol speelt.
WPLJ (White Port and Lemon Juice) van The Four Deuces is niet zomaar
een ode aan de drank. In feite is het volgens de overlevering een
potentieverhogende mix. Estrada doet daar in het Spaans een mondvol
aan mee en voegt er in de nodige straattaal zijn zienswijze aan toe.
Valarie was een doowop single van Jackie & the Starlites, een van
Zappa's favorieten. Misschien is Burnt Weeny Sandwich nog geslaagder
dan Cruisin’ with Ruben & the Jets om deze, prachtige muziek op de
radio te krijgen?
Echter de nietsvermoedende luisteraar krijgt tussen de doowop een
flinke kluif (hotdog) aan een heel andere muziek, die veelal
vergelijkbaar is met de instrumentale muziek van Uncle Meat: veel
percussie, saxen en gitaren, maar gaat nog een stapje verder. Igor's
Boogie is natuurlijk opgedragen aan Igor Stravinsky; een van Zappa's
voorbeelden. Holiday in Berlin is een reactie op het optreden van
het publiek tijdens het Berlijnse concert in 1968 van the Mothers.
Zappa werd er uitgemaakt voor reactionair "Mothers of Reaction",
omdat hij daar en toen geen politieke uitspraken wilde doen: "I'm a
musician!" . Het thema bleek zo goed dat hij het later gebruikte als
openingsthema voor 200 Motels. Er wordt veel en goed gitaar
gespeeld, vooral akoestisch, iets dat bij Zappa niet heel vaak
gebeurde! Ian Underwood laat in meerdere pianostukken horen de
dodecafonie van Arnold Schönberg onder de knie te hebben. Aybe Sea
(ABC?) is daar een uitstekend voorbeeld van. Mijn enthousiaste neef
riep indertijd en met de kennis van toen dat de muziek aan het eind
van de track ‘de echte avant-garde was’. Lp-kant één was altijd een
intensive beleving.
Kantje twee begon in feite waar Aybe Sea ophield. Maar de
live-klinkende track krijgt al snel een andere wending. Violist Don
Sugercane Harris jaagt het kleine huis naar een prachtige climax.
Dit nummer stond eerst bekend als: "Return of the son of the
Hunchback Duke". De hele conversatie tussen een gevatte Zappa en het
publiek aan het eind van het nummer komt uit de 6 juni 1969 -show in
Royal Albert Hall, London. Of de gemoederen daar bedaard raakten
horen we niet, maar het lukt auditief in ieder geval wel met
Valarie.
Om Burnt Weeny Sandwich te promoten maakte Zappa een achttien
minuten durende film. Die bestond vooral uit beelden die nog had
liggen van zijn mislukte Uncle Meat-film. Er is weinig van bekend,
wel dat de film is uitgezonden bij KQED TV in april 1969.
De prachtige hoes van Cal Schenkel is meer een toevalstreffer.
Schenkel maakte die voor jazzmuzikant Eric Dolphy, maar om
onduidelijke reden is die nooit gebruikt. Zappa zag het ontwerp en
vond die meteen goed voor zijn album. Op de achterzijde staat Ian
Underwood die probeert zijn schoen op te eten en het een ‘tasty
little sucker’ vindt. Of dat nu op de schoen of de muziek slaat mag
je zelf invullen. Ik ga voor de muziek, want die is schitterend.
Blijft toch jammer dat “the Mothers spijt hebben je niet te
informeren hoe goed Burnt Weeny Sandwich is”!
|